-
1 hebben
1 [algemeen] avoir2 [verdragen] supporter♦voorbeelden:gelijk hebben • avoir raisonmag ik dat potlood even van je hebben? • je peux t'emprunter ton crayon une seconde?〈 zelfstandig〉 iemands hele hebben en houden • toutes les possessions de qn.(het) met iemand te doen hebben • plaindre qn.dagelijks met iemand te doen hebben • avoir journellement affaire à qn.je hebt alleen maar te doen wat ik zeg • tu n'as qu'à faire ce que je te disgeen klagen hebben • ne pas avoir à se plaindremag ik dat hebben? • je peux l'avoir?iets moeten hebben • vouloir absolument qc.van wie heb je dat? • qui t'a dit ça?hoe laat heb je het? • quelle heure as-tu?hoe heb ik het nu, hoe hebben we het nu met elkaar? • que faut-il penser de tout cela?het druk hebben • être très occupéwij hebben het goed met elkaar • nous nous entendons bienhoe heb ik het nu met je? • qu'est-ce que tu me fais là?ik heb het niet uit mijzelf • je ne l'ai pas inventéhebt u nog iets? • d'autres questions?het heeft er veel van dat … • tout porte à croire que … 〈+ aantonende wijs〉men weet niet wat men aan hem heeft • on ne sait jamais à quoi s'en tenir sur son compteiets bij zich hebben • avoir qc. sur soihet in zijn rug hebben • souffrir du doszij hebben iets met elkaar • ils ont une liaisoniets vrolijks over zich hebben • avoir l'air joyeuxiemand tot man hebben • avoir qn. pour marivan wie heeft hij dat? • de qui tient-il cela?veel van iemand hebben • tenir beaucoup de qn.zij heeft het niet van een vreemde • elle a de qui tenirhij heeft er niets op tegen • il n'a rien contreeen klap van heb ik jou daar • une gifle magistrale2 hij kan niet veel hebben • 〈m.b.t. drank〉 il ne supporte guère l'alcool; 〈 vlug overstuur〉 il panique très viteiets kunnen hebben • pouvoir supporter qc.iets niet willen hebben • ne pas vouloir de qc.〈 pejoratief〉 wat moet je (van me) hebben? • qu'est-ce que tu me veux?ik moet er niets van hebben • 〈 niets mee te maken〉 je ne veux pas en entendre parler; 〈 houd er niet van〉 très peu pour moi, mercimoet je net Freek hebben • et c'est à Freek que tu demandes ça?; 〈 dat is dé man〉 oh! alors Freek, c'est l'homme qu'il (te, nous) fautwaar wil je me hebben? • où veux-tu que je me mette?nu kom je waar ik je hebben wil • maintenant tu vois où je veux en venirwat had u gehad willen hebben? • vous désirez?iets zus of zo (gedaan) willen hebben • vouloir (qu'on fasse) qc. de telle ou telle façonwe zullen hem hebben • on l'auradan heb je dat • voilà, c'est ce qui arrivedaar zullen we (zul je) het hebben • il va y avoir du pétarddaar hebben we het (gedonder) • ça y est, voilà les emmerdements qui (re)commencentdaar heb je het al • nous y voilàje hebt ook groene druiven • il y a aussi des raisins verts〈 in opsommingen〉 daar heb je … • (alors) voilà …ik heb niets aan die prullen • cette camelote ne me sert à rienwat zullen we nu hebben • allons bon, quoi encore?daar heb je hem lelijk mee • là tu le tiens biendat heb je ervan • on pouvait s'y attendrede hoeveelste hebben we? • on est le combien aujourd'hui?liever hebben • aimer mieuxhij had het niet meer • il n'en pouvait pluswel heb ik ooit! • a-t-on jamais (vu)!heb je ooit van je leven! • a-t-on jamais vu de la vie!ik heb het niet op hem • je ne l'aime pasik zal het er met hem over hebben • je lui en parleraiik heb het tegen jou • c'est à toi que je parlehem om hebben • être bourré→ link=god godII 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoorden] avoir ⇒ 〈 met wederkerend werkwoord, sommige werkwoorden die een beweging uitdrukken〉 être♦voorbeelden:gelachen dat we hebben! • qu'est-ce qu'on a ri!hij heeft het weggegeven • il l'a donné -
2 denken
1 penser♦voorbeelden:daar kun je verschillend over denken • sur ce point, les divergences d'opinion sont permisesdat kun je (net) denken! • je t'en fiche!zou je (dat) denken? • tu crois?dat zou ik denken! • tu parles!wat zullen de mensen niet denken? • que vont (en) dire les gens?ik denk het niet • je ne (le) pense pasdacht ik het niet! • je m'en doutais!dat dacht ik al • je m'en doutaisik denk er niet aan! • (il n'en est) pas question!denk er nog eens over • prenez le temps d'y réfléchirik moet er niet aan denken • j'en suis malade rien que d'y penserdenk er (maar eens) om! • réfléchissez!ik denk er ook zo over • c'est aussi mon avisik denk erover met roken te stoppen • j'envisage d'arrêter de fumerwat denk je ervan? hoe denk je erover? • qu'en penses-tu?wat denk je ervan? • qu'en dis-tu?het zijne ervan denken • avoir sa petite idée là-dessushardop denken • penser tout hautlogisch denken • avoir l'esprit logiqueaan iets, iemand denken • penser à qc., à qn.hij deed mij aan een aap denken • il me faisait penser à un singeom iets denken • faire attention à qc.hoe denkt u over dit voorstel? • que pensez-vous de cette proposition?het denken • la penséeiemand aan het denken zetten • faire réfléchir qn.dat dacht je maar, dat had je maar gedacht! • penses-tu!ik dacht van wel • je croyais que ouihij zegt niets, maar hij denkt er het zijne van • il ne dit rien, mais il n'en pense pas moinsdenk vooral niet dat • n'allez surtout pas croire quewat denk je wel! • non, mais des fois!wie denk je wel dat je bent? • pour qui te prends-tu?te denken geven • donner à penserik dacht bij mezelf dat • je me disais quedenkt u zich eens in mijn positie • mettez-vous à ma place -
3 lijken
1 [gelijkenis vertonen] ressembler (à) ⇒ 〈m.b.t. zaken〉 s'apparenter (à) ⇒ 〈 zonder voorzetselvoorwerp ook〉 être ressemblant2 [schijnen] sembler3 [passen] convenir (à)♦voorbeelden:het begint erop te lijken • ça commence à prendre tournuredat lijkt er niet naar • ce n'est pas du tout çaportretten lijken vaak slecht • souvent les portraits sont peu ressemblantsdat lijkt nergens op, naar • ça ne ressemble à rienhij lijkt sprekend op zijn vader • c'est tout le portrait de son pèreop elkaar lijken • se ressemblerdeze steen lijkt op een topaas • cette pierre ressemble à une topaze→ link=druppel druppeldoor die spiegel lijkt de kamer groter • cette glace agrandit la piècehij lijkt jonger dan hij is • on ne lui donnerait pas son âgedat werk lijkt zo eenvoudig • ce travail n'a l'air de rienhet, alles lijkt erop dat … • tout porte à croire que …hij lijkt wel gek! • ma parole, il est fou!zij leek razend • elle avait l'air furieusehet lijkt Frankrijk wel • on se croirait en Francedat voorstel lijkt me wel wat • cette proposition me semble intéressantezou het u wat lijken? • est-ce que cela vous dit? -
4 veronderstellen
1 supposer♦voorbeelden:ik veronderstel niet dat … • je ne pense pas que … 〈+ aanvoegende wijs of aantonende wijs〉hij veronderstelde dat zij verhinderd was • il supposait qu'elle avait eu un empêchementveronderstel eens dat … • admettons que … 〈+ aanvoegende wijs〉veronderstelt u dat …? • pensez-vous que …? 〈+ aanvoegende wijs of aantonende wijs〉 -
5 duivel
♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand de duivel aandoen • embêter qn.〈 figuurlijk〉 de duivel hale je! • (que) le diable t'emporte!daar speelt de duivel mee, 't is of de duivel ermee speelt • c'est à croire que le diable s'en mêlede duivel uitdrijven • exorciser le diable〈 figuurlijk〉 loop naar de duivel! • que le diable t'emporte!ik kan hem wel naar de duivel wensen • je voudrais qu'il aille au diable〈 figuurlijk〉 om de duivel niet! • jamais de la vie!voor de duivel en zijn ouwe moer niet bang zijn • ne craindre ni Dieu ni Diablehij is zo gierig als de duivel • il est d'une avarice sordide〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 tekeergaan als een duivel in een wijwatervat • se démener comme un diable dans un bénitier〈 spreekwoord〉 men maakt de duivel altijd zwarter dan hij is • le diable n'est pas si noir qu'on le fait〈 spreekwoord〉 als je van de duivel spreekt, trap je op zijn staart • quand on parle du loup on en voit la queue¶ kom hier, voor de duivel • viens ici, nom d'un chien→ link=ziel ziel -
6 voorkomen
voorkomen1〈 het〉♦voorbeelden:1 nu krijgt de zaak een geheel ander voorkomen • l'affaire se présente maintenant sous un jour totalement différenthij heeft een gunstig voorkomen • il présente bien————————voorkomen21 prévenir♦voorbeelden:iemands wensen voorkomen • aller au devant des désirs de qn.————————voorkomen31 [vóór iemand, iets anders komen] devancer2 [gebeuren] arriver3 [aangetroffen worden] se trouver5 [toeschijnen] paraître♦voorbeelden:die planten komen overal voor • ces plantes poussent partout4 vandaag komt de zaak van V. voor • aujourd'hui l'affaire de V. est plaidée5 dat komt mij bekend voor • cela me dit qc.dat komt mij vreemd voor • cela me semble bizarrehet laten voorkomen alsof … • faire croire que …het komt mij voor, dat … • il me semble que … -
7 wijzen
1 [hand uitstrekken; aanduiden] indiquer (qc.)2 [+ op]attirer l'attention (sur qc.)♦voorbeelden:alles wijst erop dat … • tout porte à croire que …niets wijst erop dat … • rien ne prouve que …niet wijzen! • il ne faut pas montrer du doigt!in een richting wijzen • indiquer une direction du doigthet kompas wijst naar het noorden • la boussole indique le nord2 iemand wijzen op iets • signaler qc. à qn.er moet op worden gewezen dat … • il faut signaler que …dat wijst op een nieraandoening • ce sont les symptômes d'une affection rénalewijzen op een fout • relever une fauteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [tonen; duidelijk maken] indiquer2 [m.b.t. vonnis] prononcer♦voorbeelden:1 de thermometer wijst 90° • le thermomètre indique 90°iemand het postkantoor wijzen • indiquer le bureau de poste à qn.III 〈wederkerend werkwoord; zich wijzen〉♦voorbeelden:1 dat wijst zich vanzelf • impossible de se tromper! -
8 het heeft er veel van dat …
het heeft er veel van dat …il semble bien que …————————het heeft er veel van dat …tout porte à croire que … 〈+ aantonende wijs〉 -
9 mening
♦voorbeelden:een uitgesproken mening • une opinion tranchéede meningen zijn verdeeld • les avis sont partagészijn mening geven • donner son aviseen mening hebben over • avoir une opinion surdezelfde mening toegedaan zijn • partager l'avis (de)voor zijn mening durven uitkomen • avoir le courage de ses opinionsvan mening veranderen • changer d'avisbij zijn mening blijven • maintenir son point de vuein de mening verkeren dat • croire quenaar mijn mening • à mon avisvan mening verschillen (met iemand) • avoir des opinions divergentesvan mening zijn dat … • être d'avis que … -
10 denken
ww1) penser, croire (que)2) penser (à), réfléchir (à) -
11 geloven
ww -
12 alles doet veronderstellen dat …
alles doet veronderstellen dat …tout porte à croire que … 〈+ aantonende wijs〉Deens-Russisch woordenboek > alles doet veronderstellen dat …
-
13 alles wijst erop dat …
alles wijst erop dat …tout porte à croire que … -
14 daar speelt de duivel mee, 't is of de duivel ermee speelt
daar speelt de duivel mee, 't is of de duivel ermee speeltDeens-Russisch woordenboek > daar speelt de duivel mee, 't is of de duivel ermee speelt
-
15 denk vooral niet dat
-
16 gegrond
1 fondé♦voorbeelden:gegronde redenen hebben om te geloven dat … • avoir de bonnes raisons de croire que …gegrond verwijt • (un) reproche fondé -
17 gegronde redenen hebben om te geloven dat …
gegronde redenen hebben om te geloven dat …avoir de bonnes raisons de croire que …Deens-Russisch woordenboek > gegronde redenen hebben om te geloven dat …
-
18 het heeft er alle schijn van dat …
het heeft er alle schijn van dat …tout porte à croire que 〈+ aantonende wijs〉Deens-Russisch woordenboek > het heeft er alle schijn van dat …
-
19 het is een misvatting te geloven dat …
het is een misvatting te geloven dat …c'est une erreur de croire que …Deens-Russisch woordenboek > het is een misvatting te geloven dat …
-
20 het laten voorkomen alsof …
het laten voorkomen alsof …faire croire que …
См. также в других словарях:
Je vous prie de croire que — ● Je vous prie de croire que vous pouvez croire que (renforçant une affirmation) … Encyclopédie Universelle
Il faut croire que — ● Il faut croire que il est vraisemblable que … Encyclopédie Universelle
croire — [ krwar ] v. <conjug. : 44> • creire 1080; credre Xe; lat. credere « confier », fig. « avoir confiance » I ♦ V. tr. dir. 1 ♦ Tenir pour vrai ou véritable. ⇒ accepter, admettre. Je crois ce que vous dites. Ne croyez rien de ce qu il vous… … Encyclopédie Universelle
Que le spectacle commence (Buffy) — Que le spectacle commence Épisode de Buffy contre les vampires Titre original Once More, With Feeling Numéro d’épisode Saison 6 Épisode 7 Invité(s) Anthony Stewart Head, dans le rôle de Rupert Giles Réalisation Joss Whedon … Wikipédia en Français
croire — (kroi r ; en 1703, la prononciation indiquée est crere, sur le théâtre on disait je croa et non pas je cres ; plusieurs prononcent crere, dit Chifflet, Gramm. p. 201 ; je crais, dit Vaugelas ; la prononciation longtemps incertaine, comme on voit … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
CROIRE — v. a. ( Je crois, tu crois, il croit ; nous croyons, vous croyez, ils croient. Je croyais ; nous croyions, vous croyiez, ils croyaient. Je crus. J ai cru. Je croirai. Je croirais. Crois. Que je croie, que nous croyions. Que je crusse, que tu… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
que — 1. que [ kə ] conj. • Xe; lat. médiév. que, forme affaiblie de qui, simplification de quia, employé en bas lat. au sens de quod « le fait que; que » 1 ♦ Introd. une complétive (à l indic. ou au subj. suivant le v. de la principale, ou la nuance à … Encyclopédie Universelle
croire — v.t. Croire que c est arrivé, se faire des illusions. Croire au père Noël, être naïf. / S en croire, être vaniteux … Dictionnaire du Français argotique et populaire
croire — Croire, Credere. Croire et dire, Autumare. Aisé à croire, Credibilis. Croire facilement, Se credulum praebere. Croire pour tout certain, Pro haud dubio habere. Comme je croy par quelques conjectures que j ay, Vt coniicio. Chacun le croit ainsi… … Thresor de la langue françoyse
croire — CROIRE. v. a. Je crois, tu crois, il croit; nous croyons, vous croyez, ils croient. Je croyois, nous croyions, vous croyiez, ils croyoient. Croi, ou crois. Que je croie, que nous croyions. Que je crusse, que tu crusses, qu il crût; que nous… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
croire — CROIRE. v. act. Estimer une chose veritable, la tenir pour vraye. Croire legerement. croire de leger. croire facilement. croire certainement. j ay de la peine à croire cela, je le croy bien, je n en croy rien. il croit cette relation, ce conte &c … Dictionnaire de l'Académie française